Melding of klacht
SCOH doet er alles aan om onderwijs te geven van hoog niveau. We werken er hard aan om te zorgen voor een goede sfeer op onze scholen en peuterscholen. Leerlingen, medewerkers én ouders moeten zich prettig en veilig voelen. Toch kan het gebeuren dat je niet tevreden of comfortabel bent met of over de gang van zaken. We hopen dat je dan in eerste instantie contact opneemt met de interne contactpersoon van jouw school of peuterschool.
Interne contactpersoon
Elke school en peuterschool van SCOH heeft een interne contactpersoon. Hier kun je terecht als zaken anders lopen dan je wenst. De contactpersoon is er niet om jouw klacht inhoudelijk te behandelen. Hij of zij zoekt wel samen met jou de juiste weg om de klacht te bespreken. Lukt dat niet, dan komen de vertrouwenspersoon van SCOH, het bestuur van SCOH en/of de landelijke geschillencommissie in beeld.
Externe vertrouwenspersoon
De externe vertrouwenspersonen voor de medewerkers als de ouders zijn afkomstig van Centrum Vertrouwenspersonen Plus (telefoon 070-2600032). De externe vertrouwenspersonen voor de medewerkers van SCOH zijn Barbel Roeleveld en Arno Schans. De vertrouwenspersonen voor de ouders zijn Anjo Pluimers en Arno Kok. Zij bekijken samen met jou of een gebeurtenis aanleiding geeft tot een klacht bij het bestuur of de landelijke klachtencommissie. Het besluit om een klacht in te dienen ligt in beginsel bij de klager. De externe vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk van het SCOH-bestuur en hebben een geheimhoudingsplicht. Het bestuur wordt wel op de hoogte gebracht van het feit dat de vertrouwenspersonen zijn ingeschakeld.
Soorten klachten
Er zijn verschillende soorten klachten:
- Klachten van onderwijskundige aard, bijvoorbeeld over de methode die gebruikt wordt, aanpassing van het programma, toetsing en beoordeling.
- Klachten van organisatorische aard, bijvoorbeeld over vakanties, vrije dagen, schoolbijdrage, de inzet van ondersteuning.
- Klachten over ongewenst gedrag, zoals agressie, geweld, racisme, discriminatie, pesten, seksueel overschrijdend gedrag.
Route bij klachten
Over welk onderwerp jouw klacht ook gaat, de gewenste route verloopt als volgt:
Gesprek met leraar
↓
Vinden jullie samen geen oplossing: Gesprek met leraar en/of intern begeleider
↓
Vinden jullie samen geen oplossing: Gesprek met de directeur
↓
Vinden jullie samen geen oplossing: Gesprek met de interne contactpersoon
↓
Vinden jullie samen geen oplossing: gesprek met de vertrouwenspersoon van de SCOH of klacht bij bestuur
↓
Vinden jullie samen geen oplossing: klacht bij de landelijke geschillencommissie
Contact
Voorzitter College van Bestuur
René Tromp
Postbus 18546
2502 EM Den Haag
070 311 8787
Externe vertrouwenspersoon
Centrum Vertrouwenspersonen Plus
Barbel Roeleveld en Arno Schans (voor SCOH-medewerkers)
Anjo Pluimers en Arno Kok (voor ouders)
T: 070-2600032
M: 06-81316936
E: info@cvp-plus.nl
W: https://www.centrumvertrouwenspersonenplus.nl/
Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
070 386 1697
Wij willen optimale kwaliteit bieden. Toch kan het voorkomen dat je een klacht hebt. Voor klachten van ouders en oudercommissies is een klachtenregeling van toepassing. Onze stichting is aangesloten bij de Geschillencommissie Kinderopvang, te bereiken via de website: https://www.klachtenloket-kinderopvang.nl/ouders/ en http://www.degeschillencommissie.nl
Welk soort klachten?
Je kunt een klacht indienen als jij of jouw kind nadeel ondervindt door de werkwijze van de peuterspeelzaal of door het gedrag van de medewerkers. De klacht kan gaan over het handelen of juist over het nalaten van handelen. Het gaat altijd om persoonlijk nadeel voor jou of jouw kind.
Route bij klachten
Neem in eerste instantie contact op met de locatie waar jouw klacht speelt. Wees eerlijk over jouw ontevredenheid. Vaak biedt een goed gesprek al een oplossing.
↓
Leidt deze stap niet tot een bevredigende oplossing, richt je dan tot de eerstvolgende verantwoordelijke: de coördinator van de peuterschool, directeur van de basisschool of de Sectordirecteur Peuterscholen op het stafbureau van SCOH. In laatste instantie kun je jouw klacht voorleggen aan het College van Bestuur.
↓
Ben je niet tevreden met de beslissing van het College van Bestuur, dan kun je je richten tot de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Meer informatie en contact
http://www.degeschillencommissie.nl
https://www.klachtenloket-kinderopvang.nl/ouders/
Alle medewerkers van onze scholen en peuterscholen moeten het bestuur onmiddellijk informeren als er het vermoeden bestaat van een seksueel misdrijf. Bijvoorbeeld als een medewerker van de school een minderjarige leerling seksueel heeft misbruikt of geïntimideerd. Dit zijn strafbare feiten. Het bestuur van SCOH moet deze feiten voorleggen aan de vertrouwensinspecteur van het Onderwijs.
Voor ouders geldt bij het vermoeden van een seksueel misdrijf de route zoals hierboven beschreven. Als je vermoedt dat de leerkracht betrokken is, meld het vermoeden dan bij de directeur. Vermoed je dat de directeur betrokken is, meld het dan bij het bestuur.
Download hieronder de regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen SCOH en SPCP (klokkenluidersregeling):
Het College van Bestuur van Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (verder: SCOH) en de Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen (verder: SPCP), besluit – gelet op verplichtende bepaling 1h van de Code Goed Bestuur PO 2021– tot vaststelling van de onderstaande integriteitscode.
Ten geleide
De integriteitscode bevat regels en kaders die betrekking hebben op het gedrag van betrokkenen, omgangsvormen en de cultuur van de organisatie. Gelet op dat karakter is het goed mogelijk dat zich in de praktijk vragen voordoen of een bepaald gedrag wel of niet strookt met de code. Niet alles is gedetailleerd in regels vast te leggen. De code is zodoende op zichzelf niet uitputtend voor alle voorkomende situaties in de praktijk. Integer handelen krijgt vorm in een specifieke context. Van iedereen op wie deze code van toepassing is wordt verwacht dat zij in geest van de code handelen. Het gaat om de attitude en integer, professioneel en ethisch verantwoord handelen in geest van de code.
1. Reikwijdte integriteitscode
De code is van toepassing op de medewerkers van de organisatie, in dienst dan wel inhuur en vrijwilligers, de leden van het College van Bestuur en het College van Bestuur als geheel en de leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Toezicht als geheel.
2. Vaststelling en wijziging code
- Het College van Bestuur stelt de code vast. Alvorens tot vaststelling of wijziging van de code te besluiten, stelt het College van Bestuur de Raad van Toezicht en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de Ondernemingsraad in de gelegenheid een advies over de voorgenomen vaststelling of wijziging uit te brengen.
- Het College van Bestuur evalueert ten minste eenmaal in de vier jaar de werking van de code, en besluit – met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel – zo nodig de code te wijzigen.
- Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat de code openbaar wordt gemaakt onder meer door publicatie op de website, en dat de code toegankelijk is voor medewerkers, ouders en andere belanghebbenden buiten de organisatie.
3. Uitleg en toepassing code
Het College van Bestuur beslist in die situaties waarin niet voorzien is in de code, de tekst van de code aanleiding geeft tot verschil in interpretatie dan wel dat de toepassing van de code leidt tot een kennelijke onbillijkheid.
4. Kernwaarden integriteit
Binnen de organisatie gelden de onderstaande kernwaarden als richtsnoer voor integer handelen en de interne en externe omgangsvormen:
a. Openheid: Medewerkers en de leden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht stellen zich altijd open voor andermans meningen, feedback en voor nieuwe ervaringen. Zij geven openheid van zaken, zijn transparant en stellen zich toegankelijk op voor anderen.
b. Betrouwbaarheid: Medewerkers en leden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht zijn eerlijk, komen hun afspraken na en kunnen op elkaar rekenen. Kennis en informatie waarover zij op grond van hun positie en functie beschikken, gebruiken zij uitsluitend voor het doel waarvoor die kennis en informatie is verworven of verstrekt.
c. Respect: Medewerkers, leden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht laten alle betrokkenen bij de organisatie in hun waarde. Zij respecteren de overtuigingen, meningen en handelswijzen van die anderen voor zover die derden geen schade berokkenen.
5. Voorkomen belangenverstrengeling
1. Medewerkers van de organisatie:
a. melden bij het College van Bestuur hun financiële of andere belangen in organisaties, instellingen en bedrijven waarmee de organisatie zakelijke relaties onderhoudt;
b. voorkomen – in het geval er sprake is van een zakelijke relatie zoals genoemd onder a - bevoordeling dan wel de schijn van bevoordeling in het geval van samenwerking met organisaties, instellingen en bedrijven;
c. onthouden zich van betrokkenheid bij de besluitvorming over opdrachten van aanbieders van diensten aan de organisatie in het geval die medewerkers familie of persoonlijke betrekkingen met die aanbieders hebben.
2. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is op overeenkomstige wijze van toepassing op de leden van het College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht, rekening houdend met wat voor deze leden met betrekking tot het voorkomen van belangenverstrengeling is geregeld in de wet, de statuten en reglementen van de organisatie.
6. Aannemen giften en geschenken
- Geschenken en giften die medewerkers, de leden van het College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de organisatie. Van de ontvangst van een dergelijke gift of geschenk wordt wel melding gemaakt in het giftenregister, beheerd door de bestuurssecretaris.
- In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel mogen medewerkers, de leden van het College van Bestuur en de leden van de raad giften of geschenken die een waarde van minder dan € 50 vertegenwoordigen, behouden. Medewerkers maken hiervan melding bij de leidinggevende.
- Medewerkers, de leden van het College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht weigeren een gift of geschenk in het geval er sprake is van een overleg- of onderhandelingssituatie met de gever.
7. Nevenfuncties
- Medewerkers melden bij hun leidinggevende al hun nevenfuncties waarvan de uitoefening strijdig is of kan zijn met het belang van de organisatie.
- Medewerkers vervullen in beginsel geen betaalde of onbetaalde nevenfuncties waarvan de uitoefening strijdig is of kan zijn met het belang van de organisatie tenzij de leidinggevende tot het oordeel komt dat het uitoefenen van de desbetreffende nevenfunctie in een specifieke situatie niet leidt tot een belangenverstrengeling of tot schade voor de organisatie.
- Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is op overeenkomstige wijze van toepassing op de leden van het College van Bestuur en de leden van de Raad van Toezicht, rekening houdend met wat voor deze leden met betrekking tot het uitoefenen van nevenfuncties is geregeld in de wet, de statuten en reglementen van de organisatie.
8. Reizen, excursies en evenementen
- Het volgen van excursies en bijwonen van evenementen op uitnodiging van derden is alleen toegestaan als er – ter beoordeling van de leidinggevende – sprake is van een concreet belang voor de organisatie.
- Een medewerker kan een buitenlandse dienstreis uitsluitend maken nadat het College van Bestuur daarvoor toestemming heeft verleend. Een verzoek daartoe dient informatie te bevatten over het doel van de reis, het belang voor de organisatie en de kosten.
- In het geval een lid van het College van Bestuur of een lid van de Raad van Toezicht een buitenlandse dienstreis wil maken is het bepaalde in het tweede lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing. De Raad van Toezicht beslist over het verzoek.
9. Gebruik van voorzieningen van de stichting
- Met het oog op het belang van de uit te voeren werkzaamheden kan het College van Bestuur aan medewerkers op basis van een bruikleenovereenkomst voorzieningen ter beschikking stellen.
- De medewerkers gebruiken de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorzieningen overeenkomstig de voorschriften die deel uitmaken van de bruikleenovereenkomst.
- Het College van Bestuur kan het gebruik van de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorzieningen slechts controleren voor zover er sprake is van een vermoeden van misbruik dan wel handelen in strijd met de code.
- Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de leden van het College van Bestuur, rekening houdend met wat voor deze leden met betrekking tot het gebruik van voorzieningen met de Raad van Toezicht is afgesproken.
10. Melden (vermoeden) van misstanden
In het geval van het vermoeden van misstanden binnen de organisatie maken de medewerkers gebruik van de geldende klachtenregeling (zie hierboven) of de klokkenluidersregeling. Zij kunnen daarnaast contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon.
Dit reglement is op 20 juni 2022 goedgekeurd door de Raad van Toezicht van SCOH en SPCP en op 24 juni 2022 vastgesteld door het College van Bestuur van SCOH en SPCP na instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van SCOH van 8 juni 2022 en de ondernemingsraad van SPCP van 8 juni 2022.